
Aanpak
- De leerlingen zullen 1 batterij, 1 draad en een lamp krijgen. Eerst maken ze een schets om met deze
elementen het lampje te laten branden.

- Daarna krijgen de leerlingen de drie materialen en maken hun schets exact na.
- Er zijn twee mogelijkheden:
- het lampje brant, de leerlingen weten dat er een stroomkring is en hebben het misconcept
doorbroken. Opdracht loopt hier ten einde. - Het lampje brandt niet, het misconcept is aanwezig bij de leerlingen en moet doorbroken worden.
- het lampje brant, de leerlingen weten dat er een stroomkring is en hebben het misconcept
- De leerlingen prutsen met de drie elementen tot het lampje brant.
- De leerlingen maken een nieuwe correcte schets.

Hier kan ook de stap gezet worden naar elektrische symbolen om een tekening te maken.


Uitbreiding
Je kan verder bouwen door een schakelaar en meerdere kabels in de stroomkring te brengen.
- Bekijk deze cartoon goed. Laat de leerlingen een antwoord kiezen. Ze verantwoorden waarom ze een antwoord kiezen.
- De leerlingen krijgen het nodige materiaal en onderzoek wie in de cartoon correct is.
